Youngstars: 10 brandende vragen aan Julius van der Putten (15)
In dit artikel:
Julius van der Putten (15) is de doelman van Schaerweijde JO16-1 en speelt in het Nederlands O16-team. In Youngstars vertelt hij over zijn mooiste moment, persoonlijke rituelen, ambities en wat hij nog wil verbeteren.
Zijn meest memorabele wedstrijd was zijn debuut voor Oranje O15 tegen Duitsland: hij kwam in de tweede helft in het veld, keepte vervolgens voor het eerst shoot-outs en won die onverwacht, wat de hele ervaring extra bijzonder maakte. Een voorwerp met grote emotionele waarde is de keepershelm van zijn moeder; zij overleed anderhalf jaar geleden en Julius draagt haar helm sindsdien als eerbetoon omdat zij niet meer heeft meegemaakt dat hij voor Oranje werd geselecteerd.
Voor wedstrijden luistert Julius graag housemuziek — vaak al in de ochtend of om met het team de sfeer in de kleedkamer op te bouwen. Over eten heeft hij ook meningen: de tosti’s bij zijn oude club De Kromhouters uit Tiel zijn favoriet, Pinoké serveerde laatst grote borden pasta na een wedstrijd en bij Kampong krijgen ze bij O16-trainingen uitstekende avondmaaltijden; die drie clubs noemt hij als zijn top 3.
Op langere termijn hoopt Julius over tien jaar in heren 1 te spelen, bij voorkeur nog steeds bij Schaerweijde en bij voorkeur in de Hoofdklasse. Ook droomt hij ervan ooit een EK met het Nederlands team te spelen en dan mee te doen om de prijzen.
Karaktertrekken: Julius kan goed relativeren. Hij baalt na een verlies, maar schakelt snel om naar de volgende trainingsweek en werkt doelgericht aan verbetering. Wat hem irriteert zijn overdreven reacties op het veld — spelers die bij een klein duwtje meteen theatraal naar de grond gaan. Hoewel hij als keeper vaak duikt en valt, heeft hij tot nu toe geen noemenswaardige blessures gehad en is hij doorgaans vastberaden trainingen af te maken.
Verbeterpunt dat hij noemt is zijn coaching van de defensie: hij wil niet alleen aanwijzingen geven, maar echt betrokken zijn en bruikbare instructies geven waarop zijn verdedigers kunnen vertrouwen. Zijn grootste leerschool was de overstap naar een hoger niveau, waar zijn felle stijl eerst niet volstond en hij zijn manier van verdedigen helemaal moest herontwikkelen.