Vijf jaar Hockey Foundation: 'Langzaam veranderde het straatbeeld'
In dit artikel:
Vijf jaar nadat de Hockey Foundation werd opgericht door de KNHB in samenwerking met Rabobank, is het initiatief uitgegroeid van een experimenteel project tot een landelijk programma dat hockey toegankelijk maakt voor kinderen in aandachtswijken. Initiatiefnemer en manager Gabriëlle van Doorn, met meer dan dertig jaar ervaring binnen de KNHB, speelde een centrale rol bij de uitbouw van het concept. Waar in 2020 nog maar weinig mensen konden voorstellen dat hockey in bepaalde buurten zou opbloeien, staan inmiddels duizenden kinderen uit lage inkomenswijken op het veld — vaak voor het eerst in hun leven.
De Hockey Foundation ontstond voort uit eerdere diversiteitsprojecten zoals Street Hockey, Urban Hockey en Funkey (voor vier- en vijfjarigen). Die pilots lieten zien dat interesse er was, maar dat tijdelijke acties niet genoeg waren om blijvende verandering te brengen. De Foundation formuleerde daarom een ambitie: binnen tien jaar dertig nieuwe hockeyverenigingen oprichten in aandachtswijken en minstens tienduizend kinderen bereiken. Feijenoord in Rotterdam fungeerde als voorbeeld; later volgden initiatieven zoals Noorderlicht (Amsterdam-Noord), Amsterdam Dynamics (Zuidoost) en UNO in Utrecht-Overvecht.
Het succes kwam niet zonder moeite. In het begin was er scepsis — sommige betrokkenen dachten zelfs dat de aanpak typisch Rotterdams en mogelijk niet landelijk toepasbaar zou zijn — en het opbouwen van duurzame clubs vroeg geduld, doorzettingsvermogen en maatwerk. Een cruciale schakel bleken de lokale pedagogische verenigingsmanagers: zij begeleiden kinderen én hun gezinnen bij de overstap naar het verenigingsleven, leggen uit hoe lidmaatschap werkt en werken actief aan het verlagen van drempels, zoals contributiekosten en vervoer. Praktische oplossingen variëren van betaalbare lidmaatschappen tot het samenstellen van teams met ouders die wél vervoer hebben, zodat elk team elke week kan spelen.
De aanpak heeft zich verspreid over het land: naast Rotterdam en Amsterdam zijn inmiddels clubs verbonden in Groningen (Martinus), Tilburg-Noord (Polaris), Den Haag, Ridderkerk en Arnhem (satellietclub). Ook reguliere verenigingen tonen interesse en er lopen school-naar-club-trajecten, onder meer binnenkort in Den Bosch met oud-international Jacques Brinkman. In deze trajecten wordt hockey tijdens de gymles ingezet als ingang; enthousiaste kinderen kunnen door naschoolse activiteiten en buurtsportverenigingen doorstromen naar een reguliere club.
Persoonlijke verhalen illustreren de impact: Van Doorn wijst in presentaties graag op voorbeelden als Isata en haar dochter Marwa, beiden actief binnen UNO in Overvecht — moeder en kind die integreren in de club en zo een brug naar de buurt slaan. Van Doorn: “Dit maakt me zó blij.” Zulke kleine, zichtbare veranderingen in het straatbeeld — meisjes met een niet-westerse achtergrond op weg naar de training — zijn voor haar het bewijs dat de aanpak werkt.
Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan publiceert de Hockey Foundation een videoserie met verhalen van kinderen, ouders en verenigingsmanagers. De films zijn beschikbaar op www.hockeyfoundation.nl. De organisatie blijft inzetten op structurele verankering in wijken, waarbij hockey vooral wordt gezien als middel om kinderen te laten groeien binnen een verenigingscultuur.