Veen scoort met duimbrace: 'Had vier weken geleden nog geen kracht'

In dit artikel:

Marijn Veen stond binnen vijf minuten in Mönchengladbach al op de 1-0-lijst tegen Frankrijk (eindstand 6-0), terwijl ze tijdens het vieren met een brace om haar linkerduim te zien was. Eind juni raakte ze die duim geblesseerd tijdens een Oranje-training: bij een val draaide de vinger achterover en een bandje (ligament) scheurde. Hoewel herstel normaal zes weken duurt, versnelde Veen haar revalidatie om op tijd bij het EK te zijn.

De aanvaller trainde snel met gerichte oefeningen, rende veel in een periode waarin de rest van het team normaal trainde en droeg de brace om overstrekkingen te voorkomen. Vier weken na de blessure mocht de brace tijdelijk af bij dagelijkse bezigheden, maar voor slapen, hockeyen en zwaardere belasting bleef die nodig. Ongeveer 3,5 week voor het toernooi was haar duim nog stijf, dun en krachteloos; toen ze weer met klei kon oefenen zag ze echter duidelijk herstel en kreeg ze vertrouwen. De eerste trainingen met stick waren onwennig, maar na twee trainingen en drie oefenwedstrijden was ze fit genoeg om mee te reizen en speelde ze in het EK-duel.

Veen heeft eerder meerdere blessures gekend (voet, knie, hersenschudding) en zegt dat die ervaringen haar hebben geleerd hoe terug te komen. Het succes tegen Frankrijk was haar tweede goal van het toernooi en als spits belangrijk voor haar vorm en moraal. De brace mag na het EK in september definitief af; Veen kijkt opgelucht en gemotiveerd vooruit naar de halve finale tegen Spanje, waarbij ze hoopt door te stoten naar de eindzege.