Nieuwe finale voor Delmée en Oranje: 'Op een EK telt alleen goud'
In dit artikel:
Oranje staat opnieuw in de EK-finale: na de titels in 2021 en 2023 speelt Nederland in 2025 wederom om Europees goud, ditmaal tegen gastland Duitsland. Het toernooi in Duitsland levert voor het eerst in deze reeks finales een Oranje-team op dat als regerend olympisch kampioen de eindstrijd ingaat, waardoor de ploeg extra in het vizier ligt van tegenstanders.
Bondscoach Jeroen Delmée was tevreden over de 3-1halvefinalezege op Frankrijk, maar gaf direct kritische noten. Hij wees op momenten van naïviteit — met name bij hoge ballen en overtredingen van Olivier Hortensius en Joep de Mol die te dicht bij kwamen te staan — waardoor Frankrijk onnodig corners kreeg. Ook het traag handelen na die corners (spelers die nog bezig waren met maskers of kniebeschermers) noemde hij onzorgvuldig; juist in het derde kwart, waar verdedigende discipline cruciaal was, had het team scherp moeten blijven. Aanvoerder Thierry Brinkman benadrukte eveneens dat zulke wisselmomenten tegen een ploeg als Frankrijk fataal kunnen zijn.
Delmée ziet bovendien dat Nederland door de recente successen en de olympische titel alle aandacht krijgt: tegenstanders bereiden zich intensiever voor en zoeken manieren om de hoge, drukgevende speelstijl van Oranje te ontregelen. Die hogere voorbereiding levert soms ruimte voor counters op, wat Delmée als een van de verdedigende en offensieve wapens van zijn ploeg ziet. Het team wisselde dit toernooi bovendien met succes tussen verschillende spelvormen, waardoor duels weer meer 'sprintgames' werden.
De beslissende treffer in de halve finale kwam van cornerexpert Jip Janssen, die zijn eerste cornergoal van het toernooi maakte. Delmée wees op een bredere ontwikkeling: corners scoren is dit EK lastiger door het stroeve veld en betere verdediging van uitlopers en keepers, waardoor hoek en snelheid minder gunstig zijn. Dat verklaart waarom cornerspecialisten dit toernooi minder rendement hebben dan vroeger.
Ook de keeperskwestie speelt nog: Derk Meijer en Maurits Visser delen tot nu toe de minuten. Visser stond in doel tegen Frankrijk (hij komt nu op 2,5 wedstrijden), Meijer op 1,5; als de verdeling fifty-fifty blijft, lijkt Meijer aan de beurt voor de finale, maar de beslissing volgt pas vlak voor de wedstrijd.
Kort: Oranje bevestigt zijn status als topfavoriet en finalist, maar Delmée hamert op het behoud van discipline en scherpte — want tegen betere tegenstanders en met extra afstemming op Nederland zijn kleine fouten meteen kostbaar.