Jong Oranje als moderne kweekvijver: 'Nu meer aandacht voor fysiek'
In dit artikel:
Bondscoach Jesse Mahieu neemt na ruim zes jaar afscheid van Jong Oranje, precies op het moment dat het team zaterdag op het WK U21 in India direct begint met een cruciale poulewedstrijd tegen Engeland. Zijn vertrek valt samen met een periode van ingrijpende vernieuwing in de opleiding: het internationale tophockey is de afgelopen jaren veel sneller en fysieker geworden, en dat dwong wijzigingen af in de manier waarop jonge spelers worden klaargestoomd.
Halverwege november trainden de beloften op het veld van Schaerweijde; de sessie illustreerde het nieuwe credo: korte, explosieve periodes vol sprinten en druk zetten, zonder veel temporiseren. Waar vroeger techniek centraal stond, is dat nu gecombineerd met een stevig fysiek programma. Mahieu, die in 2019 als assistent begon en in 2022 hoofdcoach werd, zegt dat de opleiding moest meebewegen: spelers moeten niet alleen snel kunnen lopen, maar ook onder druk fysiek overeind blijven en de bal kunnen afschermen.
In 2019 zette de KNHB een belangrijke stap: spelers van Jong Oranje en Onder-18 werden structureel naar de sportschool verwezen en begonnen met intensieve krachtprogramma’s. Tegelijk werden GPS-units geïntroduceerd; na trainingen en wedstrijden worden de data uitgelezen om precies te meten hoeveel er gesprint wordt en welke topsnelheden spelers halen. De uitkomst over zes jaar is duidelijk: de intensiteit is op alle fronten toegenomen, met vaker sprints en meer momenten boven 15, 20 en zelfs 25 km/u. Dat leidde ertoe dat de standaarden steeds opnieuw moesten worden opgeschroefd.
Naast fysieke vaardigheden legt Mahieu veel nadruk op zelfredzaamheid: spelers worden verantwoordelijk gemaakt voor hun eigen ontwikkeling, inclusief het bijhouden van studie en andere verplichtingen. De bedoeling is dat de overgang naar het Nederlands elftal niet voelt als een culture shock; wie het Jong Oranje-traject doorloopt, weet wat er van hem wordt verwacht.
De resultaten zijn zichtbaar: zeventien spelers die in de afgelopen zes jaar met Jong Oranje op een EK of WK speelden, maakten daarna hun debuut in het Nederlands team. Enkele voorbeelden: Duco Telgenkamp, Floris Middeldorp en Justen Blok waren in 2024 bij de Olympische Spelen in Parijs, Olivier Hortensius speelde op het EK in Mönchengladbach, en diverse talenten (zoals Timo Boers, Luke Dommershuijzen en Guus Jansen) zijn opgenomen in selecties voor Pro League-wedstrijden.
Kortom: onder Mahieu is Jong Oranje geëvolueerd tot een moderne kweekvijver die jonge hockeyers fysiek en mentaal voorbereidt op het veeleisende, sprintgerichte internationale spel. Zijn vertrek markeert het einde van een fase waarin krachttraining, data-analyse en zelfmanagement vaste onderdelen van de opleiding zijn geworden.