Hoe Marleen Jochems via een bijzondere omweg toch het EK haalde
In dit artikel:
Marleen Jochems beleefde een ongebruikelijke en lange weg naar haar eerste EK-hockey in Mönchengladbach. Sinds de play-offfinale eind mei raakte de middenvelder geen stick meer: een aanhoudende klacht aan de aanhechting van de peesplaat onder haar voet dwong haar uit de Pro League en bracht haar op een afzonderlijk revalidatietraject. De problemen begonnen al de vorige zomer richting de Olympische Spelen in Parijs (ze kampte toen met pijn aan de rechtervoet) en keerden later dit seizoen terug aan de linkervoet na wedstrijden in India.
Om op tijd fit te raken voor het EK nam Jochems vanaf eind februari rust, beperkte grote belasting en bleef gericht revalideren. Dat vroeg veel discipline en mentaal doorzettingsvermogen: wandelen deed ze nauwelijks, vakanties werden deels benut voor dagelijkse oefeningen — zelfs op een verlaten sportveld in Frankrijk — en het doel was halverwege juli weer bij de groep aansluiten. Dat doel werd bereikt, waarna ze opgelucht was dat ze pijnvrij kon spelen: “Leuk was anders, maar het is mij wel mooi gelukt.”
Tijdens het toernooi toonde haar lichaam zich opnieuw kwetsbaar: in de eerste groepswedstrijd tegen Ierland kwam ze hard op haar nek terecht, waarbij ze een krakend gevoel in de wervels ervoer en even van het veld moest. Ze kon echter terugkeren en speelde door; de nek bleef dagen later nog stijf.
Jochems is extra bewust van haar aanwezigheid in het Nederlands elftal: na maanden van herstel waardeert ze het weer meedoen en het gewone ritme van training en wedstrijden als iets bijzonders — bijna als zenuwachtige spanning bij de eerste schooldag. Haar verhaal onderstreept zowel de fysieke als mentale tol van blessureleed, en toont hoe zorgvuldig revalideren en doorzettingsvermogen uiteindelijk haar plaats op het EK veiligstelden.