Freeke Moes: 'Dit Oranje heeft gelukkig ook een vechtmodus'
In dit artikel:
Freeke Moes had de kortste aanloop van alle Oranje-internationals naar het EK in Mönchengladbach, maar bleek opnieuw een constante bedreiging voor verdedigingen. De 26-jarige aanvaller, die dit jaar een hersenschudding doormaakte en pas op 15 juni in de Pro League tegen China terugkeerde, speelde vijf duels op het EK en leverde één doelpunt en één assist. Voor haar persoonlijk was het de tweede Europese titel; voor Oranje de vijfde op rij.
Moes koos er na de finale bewust voor het feest in de kleedkamer even te laten voor wat het was en de rust van het stadion op te zoeken. Ze geeft aan fysiek goed hersteld te zijn zonder terugslag, maar erkent dat het behoud van balans en energie veel aandacht en moeite kostte in de voorbereiding. Pas begin juli kon ze weer volledig meedoen na een korte vakantie.
Op het veld zag ze een Oranje dat niet het vloeiende spel bracht dat van de ploeg verwacht wordt. In de finale tegen Duitsland nam Nederland een 2-0 voorsprong, maar verloor vervolgens wat controle: de wedstrijd werd rommeliger, er vielen veel kaarten en Duitsland kwam terug tot 2-1. Uiteindelijk hielden de Oranjevrouwen de voorsprong vast door karakter en strijdlust, iets waar Moes tevreden mee is — “het is ook goed om finales op deze manier te winnen,” zei ze.
Moes benadrukt dat het team heeft geleerd te schakelen: als flow ontbreekt, kan Oranje omschakelen naar een vechtmodus om wedstrijden te beslissen. Dat is een belangrijk verschil met de Pro League, waar tegenstanders eerder willen mee hockeyen; op een EK kiezen veel ploegen juist voor een defensieve, behoudende aanpak, waardoor Nederland zich moet aanpassen.
De combinatie van Moes’ persoonlijke comeback en de collectieve veerkracht van Oranje gaf extra waarde aan het goud: teleurstelling over het niet-optimale spel wordt deels goedgemaakt door de bevestiging dat het team ook door strijd succesvol kan zijn.