Een blik op de loting van Jong Oranje: direct het mes op de keel
In dit artikel:
Jong Oranje begint het WK onder 21 in India (28 november–10 december) meteen met een cruciale wedstrijd tegen Engeland. De reden is het nieuwe toernooiformaat: het deelnemersveld is uitgebreid naar 24 landen, verdeeld over zes poules van vier, maar slechts acht teams bereiken de kwartfinales. Dat zijn de zes groepswinnaars plus de twee beste nummers twee; de overige zestien ploegen vallen af voor de titelstrijd.
Door die constructie kan één misstap in de poulefase al fataal zijn, vooral bij een ruime nederlaag die het doelsaldo flink aantast. England geldt als de sterkste tegenstander in de poule; Jong Oranje won hen eerder dit jaar op het EK U21 (3-2). Een zege tegen Engeland zou een forse stap richting de eindronde betekenen. Verliest Nederland, dan resteren twee verplichte zeges tegen Maleisië en Oostenrijk en wordt het noodzaak om veel doelpunten te maken om kans te maken als één van de twee beste nummers twee door te stoten.
Alle drie de groepsduels van Nederland staan gepland in Madurai (zuid-India). Bij plaatsing voor de kwartfinales volgt een transfer van ongeveer 400 km naar Chennai. Dat maakt het toernooi logistiek en sportief ingrijpend — de finale-omgeving wijkt af van de poulelocatie, vergelijkbaar met grote wereldtoernooien. Afhankelijk van de ranglijst kan Nederland echter ook naar Chennai vliegen voor de strijd om plek negen of lager, of juist in Madurai moeten blijven bij teleurstellende resultaten.
Het schema na de poulefase is niet strak gekoppeld aan vaste kruisingen tussen poules; kwartfinale-tegenstanders kunnen uit alle groepen komen. Daardoor zijn rematches, bijvoorbeeld opnieuw tegen Engeland, niet uitgesloten.