De fatale pass van Bloemendaal: 'Had absoluut geen goal moeten zijn'

In dit artikel:

In de 56ste minuut van de topper tussen Rotterdam en Bloemendaal leidde een buitengewoon misverstand tot de beslissende 3-2 van Rotterdam, een treffer die later veel discussie opriep. Tijdens een uitneemsituatie duwde Bloemendaals Jasper Brinkman nonchalant de bal met zijn stick naar achteren richting teamgenoot Wiegert Schut, maar stond te ver van de cirkelrand. Rotterdam-aanvaller Guus Jansen reageerde razendsnel, plukte de bal op en schoot met een backhand raak: 3-2. Scheidsrechter Paul van den Assum gaf het doelpunt, ondanks felle protesten van Bloemendaal-spelers en staf; de wedstrijd eindigde uiteindelijk 4-2.

Brinkman zegt dat hij de bal wilde terugleggen zodat een ploeggenoot hem kon nemen en dat hij er zeker vijf meter vanaf stond: volgens hem was de bal “niet echt genomen” en had de treffer niet mogen tellen. Jansen verdedigde zijn actie: “Ik wilde zo snel mogelijk schieten,” om te voorkomen dat de scheidsrechter de situatie kon terugdraaien. Van den Assum, die er vlakbij stond, zag het tijdens de wedstrijd als een slecht genomen vrije bal en dus een pass; nadat hij beelden bekeek erkende hij dat hij twijfelt of Brinkman de bal daadwerkelijk speelde en dat het beter was geweest het spel te onderbreken.

Het incident smaakte naar onbegrip en discussie tijdens en na de huldiging; Bloemendaal-coach Michel van den Heuvel ging verhaal halen bij de arbitrage. Brinkman zei uit schaamte dat hij voortaan de bal maar zal laten liggen. De ongelukkige spelsituatie — een mix van onzorgvuldigheid en flitsende opportuniteit — bepaalde uiteindelijk het resultaat en liet zowel spelers als scheidsrechter met vragen achter over de juiste toepassing van regels rond uitnemen.