De Bossche vormcrisis: 'Misschien zijn we nu wel een middenmoter'
In dit artikel:
Maartje Krekelaar bleef zondag als laatste op het veld achter, zichtbaar aangeslagen na het 0-0 gelijkspel van koploper Den Bosch tegen Rotterdam. Voor de Bosschenaren was het alweer de vierde keer dit seizoen dat er punten werden laten liggen; na zeges in slechts drie van de zeven duels staan ze nu op een ongewoon lage vijfde plaats. Krekelaar, routinier van 30 die al vijftien jaar bij Dames 1 speelt en talloze titels won, worstelt met het gebrek aan verklaring voor de vormdip. “Hoe noem je dat, het tegenovergestelde van een flow?”, vroeg ze zich hardop af.
Den Bosch domineerde vooral in de eerste helft en kwam vaker in de cirkel, maar creëerde weinig ‘grote’ kansen en wist het gewenste doelpunt niet te forceren. Een afgekeurde treffer van Joosje Burg in het derde kwart – vanwege vermeend stickafhouden – zorgde voor extra frustratie, volgens Krekelaar een moment dat het vertrouwen nog verder ondermijnde. Verder werden spelers als Rosa Fernig en Pien Sanders beboet met groene kaarten, waardoor het team onrustig raakte en slordiger wilde spelen; simpele passes kwamen niet aan en de tegenstander kreeg via counters ook gevaarlijk ruimte.
De oorzaak van de malaise wijt Krekelaar niet aan gebrek aan inzet of alleen aan een uitgedunde selectie (met blessures bij onder anderen Laura Nunnink, Emma Reijnen, Anouk Brouwer en Romee Joosten). Het probleem lijkt vooral psychologisch: het collectief mist de stoïcijnse rust en het vertrouwen dat eerdere moeilijke wedstrijden vaak toch nog in winst omzette. In voorgaande seizoenen dwong Den Bosch vaker op cruciale momenten resultaten af; nu lukt dat niet meer en sluipt onzekerheid in het elftal. Haar partner, Rotterdam-speler Joaquin Menini, zag eveneens dat Den Bosch genoeg balbezit had maar te weinig afmaakte.
Krekelaar omschrijft dit als een regelrechte vormcrisis die ze in al die jaren bij de club nog niet heeft meegemaakt. Ze hekelt niet alleen de sportieve terugslag maar ook het ongemak ervan: waar eerder zegevieren bijna vanzelfsprekend was, moet het team nu moeizaam voor elk punt knokken — iets wat haar en de ploeg weinig plezier schenkt. De route naar herstel is volgens haar simpel maar taai: schouders eronder houden, elkaar niet verliezen en werken aan continuïteit in spel en mentaliteit, in plaats van te fixeren op ranglijst of punten. Voor de Brabantse grootmacht staat daarmee een periode van zelfonderzoek en mentale wederopbouw op het programma.