De bizarre dag van Xenios: 'Metershoge vlammen uit de motorkap'

In dit artikel:

Zondagochtend onderweg naar hun uitwedstrijd in Breda kreeg een deel van hockeyclub Xenios een nachtmerrie: een van de auto’s met vier spelers vloog in brand langs de A2. De inzittenden — onder wie verdediger Hans Berkvens en eigenaar van de auto Jacob de Graaff — konden op tijd uitstappen toen het voertuig vreemde geluiden maakte en langzaam begon te roken; kort daarna sloegen de vlammen uit de motorkap. De brand haalde zelfs het nieuws. De precieze oorzaak wordt niet genoemd, maar het ontstond kennelijk door een motorprobleem.

Omdat alle sportspullen in de brandende auto achterbleven, moest een ouder eerst terug naar de club in Amsterdam om noodmateriaal te halen: sticks, kleding, schoenen, scheenbeschermers en een keepersset. Enkele teamgenoten kochten tijdens het reizen nog sokken; het schema van de wedstrijd tegen Zwart-Wit in Breda werd met ongeveer een halfuur uitgesteld zodat de vier achtergebleven spelers toch konden meedoen. Voor de warming-up gebruikten ze geleende sticks van de thuisploeg (Dames 1).

De brandweer bluste het voertuig; de geredde tassen en uitrusting waren zwartgeblakerd en doorweekt van het bluswater. Veel sticks waren kromgesmolten en onherstelbaar, en keepersmateriaal was onbruikbaar door brandplekken en de penetrante geur van verbranding. De betrokken spelers kwamen uiteindelijk wel opdagen: de eigenaar van de auto regelde papieren bij politie en brandweer en sloeg alsnog aan bij de wedstrijd zonder warming-up. De ploeg greep de gebeurtenis aan als motivatie — “we moesten vandaag on fire zijn” — en won overtuigend met 5-1.

Niet alles liep goed af: verdediger Hans Berkvens, die in de uitgebrande auto had gezeten, raakte voor rust geblesseerd aan zijn gezicht en kreeg vijf hechtingen. De gebeurtenis benadrukt hoe snel autopech kan escaleren en wat zo’n ongeluk betekent voor materiaal, veiligheid en wedstrijdplanning.