200 keer 'Brinkie': 'Nooit gedacht dat het zo mooi zou worden'

In dit artikel:

Thierry Brinkman beleefde dinsdag in Mönchengladbach zijn 200ste interland voor Oranje: een 5-0-zege op Oostenrijk was het decor van de mijlpaal. Zijn ouders reisden van Bilthoven naar het stadion en vierden hem met vlaggen — één met “Brinkie did it”, één met “200” — en een ingelijste foto van de gouden Spelen van Parijs, het hoogtepunt uit zijn carrière tot nu toe.

Al vroeg in de wedstrijd werd Brinkman onderwerp van het feest: na 28 seconden eindigde de mooiste aanval van de avond via Derck de Vilder (een geniale crosspass) en Floris Middendorp bij hem. Toch relativeerde hij: het team speelde niet op z’n best — “Eigenlijk was het vandaag verschrikkelijk hockeyen” — vanwege veel spel in de 23-meter en hoge ballen, en een echt topvoorstelling bleef uit. Het feit dat zijn jubileum op een eindtoernooi viel, maakte het volgens hem desondanks extra bijzonder.

Kleine anekdote: ploeggenote en captain Pien Sanders droeg na afloop de aanvoerdersband; Brinkman had haar die geleend op voorwaarde dat ze twee keer zou scoren — wat ze overtuigend deed. Brinkman lachte dat hij altijd twee aanvoerdersbanden meeneemt, een gewoonte die Jeroen Delmée hem leerde.

Brinkman kijkt met trots terug op de lange weg naar 200 caps. Zijn internationale debuut was begin 2015 in Kaapstad tegen Zuid-Afrika; de mijlpaal weerspiegelt volgens hem ruim twintig jaar toewijding sinds zijn jeugdjaren in de selecties. Met 200 interlands sluit hij zich aan bij een select gezelschap van slechts 29 internationals, nabij namen als Ties Kruize, Bram Lomans en Taco van den Honert.

Als aanvoerder van het gouden team van Parijs bouwt Brinkman aan een erfenis, maar blijft hij nuchter: genieten is belangrijk, maar het topproduct vereist ook de tunnel en discipline. Vooruitkijkend zegt hij lachend tegen zijn jongere zelf: wees voorbereid — je weet niet wat er allemaal op je afkomt — en hoopt hij nog even door te kunnen gaan.